Kalmthout: of hoe een passiefschool tot stand komt

12 mei 2016 - 15:42

De geschiedenis van De Zonnekind in Kalmthout is symptomatisch voor heel wat kleinere scholen in België, zij het misschien met een extra portie dramatiek. In 1973 sloot een deel van de school de deuren wegens... de te hoog oplopende energiefactuur. Een houten kleuterschooltje dat in de zomer van ’85 door vrijwilligers ineen was getimmerd, brandde nog voor de ingebruikname af. In de plaats kwamen 20 jaar oude prefab-lokalen die vandaag de dag nog steeds dienst doen. De kwaliteit is uiteraard beneden alle peil: ‘kartonnen’ wandjes en enkel glas, overal kieren en spleten... De school diende reeds in 1999 een subsidieaanvraag in bij AGIOn voor de bouw van een nieuwe kleuterschool, gevolgd door een tweede aanvraag in 2006, toen na een inspectie bleek dat er ook een aparte refter moest worden opgericht. Wanneer niet veel later de mogelijkheid werd aangeboden om in te schrijven op het project van de passiefscholen, werd een nieuw dossier ingediend, waarna basisschool Zonnekind werd weerhouden.

Filip Hanjoul, architect en vader van drie kindjes in de Kalmthoutse school, is als lid van de beheerraad nauw betrokken bij het project van de nieuwe passiefschool. We ontmoeten hem in één van de ateliers van de afdeling architectuur aan de Artesis Hogeschool Antwerpen, waar hij onder meer oefeningen rond passiefscholen begeleidt.

Hanjoul: "In mijn presentatie ten overstaan van de schoolbesturen van de andere passieve pilootprojecten in de provincie Antwerpen heb ik gepleit voor een gestructureerde aanpak en een gefundeerde architectkeuze. Hoe begin je nu een zoektocht naar een architect? Er zijn verschillende manieren, maar van belang is dat je goed weet wat je wil en een projectdefinitie opstelt. Niet zozeer een oplijsting maken van wat je nu hebt, maar wel een kritische analyse van wat je nodig hebt. Bijvoorbeeld, voor een lokaal niet het aantal m² bepalen, maar eerder het aantal leerlingen dat het moet kunnen huisvesten. Je kan een organigram gebruiken om op een eenvoudige manier aan de architect duidelijk te maken hoe de school er moet uitzien en welke relaties belangrijk zijn.

Daarnaast is het belangrijk dat je je ambities omschrijft: het passiefhuisconcept bijvoorbeeld, is in ons geval allicht één van de duidelijkste ambities. Verder willen wij dat de school ook respect heeft voor het landelijke en groene kader. Het komt er dus op neer dat je de focuspunten neerschrijft. Dat is een houvast voor de architect."

Welke stappen moet je zetten wanneer wordt besloten een passiefschool te laten ontwerpen?

Hanjoul: "Ik wil eerst vooral de noodzaak van geïntegreerd ontwerpproces benadrukken. Ik vergeleek een passiefschool in mijn presentatie met een couveuse. Ik wilde er mee aantonen dat je in een passiefschool meer aan een binnenklimaat werkt dan in een gewone school, het is geconditioneerd op zich. Anderzijds is er wel inmenging van buitenaf: in een couveuse kan je ook je handen steken. Een couveuse heeft ook een technisch achterkantje: zonder apparatuur is het gewoon een bokaal waar je niets mee kan doen. Als je een passiefschool bouwt, moet je als architect ook dat technisch luik mee ontwerpen. Van in het begin moet je dus samen beslissingen maken.

Samen beslissingen maken wil zeggen: een interdisciplinair team. Zie het als een parachutistenteam dat in de lucht een figuur maakt: je stapt samen in het vliegtuig, springt samen, bouwt iets op en komt hopelijk ook samen aan op de grond. En dat is ook nodig: je kan als architect bijvoorbeeld wel de passieve principes kennen en ze in je ontwerp integreren, maar het moet ook doorgerekend worden. [...] Omdat het zo technisch is, en je wil ook een mooi esthetisch eindresultaat hebben, is het van groot belang vroeg samen te zitten. Je kan een gebouw maken en er achteraf wat ventilatiekanalen aan toevoegen, maar daar zijn ook geïntegreerde oplossingen voor.

De volgende stap is uiteraard een ontwerpteam vinden. Voor een publiek dat niet goed vertrouwd is met het medium is het misschien moeilijk kiezen. In Kalmthout kozen wij ervoor een wedstrijd te organiseren: zo kan je heel concreet kiezen voor een voorontwerp. Dat is iets heel anders dan een architect kiezen, die dan nog iets moet maken. Via een wedstrijd kan een schoolbestuur veel makkelijker inschatten wat ze zal krijgen.

Wij opteerden voor een wedstrijd in twee rondes. Eigenlijk is dat niet meer dan de structuur van een open oproep, die we dan zelf hebben georganiseerd. Daar neem je dan je ambities en je projectdefinitie in op. Deze tweetraps offerteaanvraag hebben we opgestuurd naar een 15-tal bureaus."

Op basis van welke criteria maakten jullie een keuze in de eerste ronde?

Hanjoul: "In de eerste ronde werden de bureaus geselecteerd op de vakkundigheid van het architectenteam, de architecturale kwaliteit en het samenwerkingsverband. Architecturale kwaliteit wordt dan beoordeeld op basis van de portfolio en de referenties,vakkundigheid op basis van soortgelijke projecten, engagement, ervaring met het passiefhuisconcept, ... Van de tien kandidaten hebben we de beste vijf laten werken aan een ontwerp.

In de tweede ronde hadden we dan nieuwe criteria: het concept van het voorstel (de stedenbouwkundige, architecturale, technische, functionele en economische waarde), de aanpak en het ereloon. Binnen de beheerraad was er een ‘bouwcommissie’ die zich met de procedure bezighield. Voor de selectie werd deze groep aangevuld met de overige leden van de raad en een onafhakelijk jurylid, Dhr. Guy Vloeberghs van Omgeving. Uit de selectie is uiteindelijk het team rond B-architecten naar voren gekomen als winnaar."

Hoe kwamen jullie er bij voor een passiefschool te kiezen?

Hanjoul: "Een passief gebouw kost meer. Als kleine school is het bijna onmogelijk om het er zelf bij te sponsoren. Los daarvan heerste er wel de overtuiging dat een nieuwe school een hedendaags, technisch karakter moest hebben. We wilden ook een laag-energie gebouw, zonder dat al echt te definiëren. [...] Onze huidige kleuterschool is letterlijk een lekkend vat. Om de paar maand moet er stookolie worden geleverd, en dat zijn altijd facturen van 8 à 900 euro. Dat is iets wat binnen de school echt leeft, en waarvan we zeggen: dat kan echt niet meer in deze tijd. Het bouwen van een passiefschool was voor ons dus een opportuniteit."

Moest er een weerstand worden overwonnen bij het directie en de ouders?

Hanjoul: "Dat viel heel goed mee. Mogelijks omdat we met een presentatie onze bouwplannen aan alle ouders, sympathisanten en omwonenden hebben uitgelegd. Op die voorstelling werd door de architecten ook uitleg gegeven bij het passiefconcept. Toenmalig minister Vandenbroucke kwam zelfs zijn visie op de scholenbouw van de toekomst toelichten.

Anderzijds waren er wel ouders die vraagtekens plaatsten bij het idee dat het gebouw een ‘bokaal’ zou zijn, met luchtkanalen die bacteriën kunnen genereren, ... Maar eigenlijk is dat allemaal makkelijk te ontkrachten, want de luchtkwaliteit is gewoon veel beter dan in een niet geventileerd klaslokaal. Ook de directie is van in het beginstadium enthousiast meegegaan in het verhaal. Maar goed, nu stellen wij al ons vertrouwen in het team van B-architecten, studiebureau Mouton en ingenieurbureau technieken Gebotec, om een spitant en performant gebouw neer te zetten."

Nog een suggestie van Filip Hanjoul: Voor schoolbesturen die niet goed weten hoe ze een bouwproject moeten opzetten is er de brochure Bouw wijs. Bouwwijzer voor scholen, geschreven door Greetje Lathouwers en Ilse Van Heddegem, die antwoord biedt op vele vragen waar je als bouwheer van een school mee kan zitten. 

 

Tekst: Adriaan Baccaert en Christophe Marrecau (Passiefhuis-Platform)

Bron: be.passive 03, maa-apr-mei 2012, p. 47-48. Zie: www.bepassive.be