Koolstofkringloop, koolstofcyclus
In de atmosfeer is koolstof vooral aanwezig in de vorm van koolstofdioxide (CO₂). Dit gas komt vrij door natuurlijke processen zoals vulkaanuitbarstingen en ademhaling, maar ook door menselijke activiteiten zoals de verbranding van fossiele brandstoffen en ontbossing.
Planten nemen CO₂ op uit de lucht en zetten het via fotosynthese om in organische stoffen zoals suikers. Dit koolstof wordt opgeslagen in hun biomassa en komt via de voedselketen terecht in dieren en andere organismen. Wanneer deze ademhalen of sterven en ontbinden, komt de koolstof deels weer vrij als CO₂.
Een deel van de koolstof wordt langdurig vastgelegd in bodems en oceanen. Plankton en zeewater nemen CO₂ op, en dode planten en dieren kunnen in de bodem worden opgeslagen, waar ze op lange termijn fossiele brandstoffen zoals steenkool en olie vormen.
De koolstofkringloop kent een snelle en een langzame variant. In de snelle cyclus beweegt koolstof binnen dagen tot eeuwen tussen lucht, water en organismen. In de langzame cyclus wordt koolstof gedurende miljoenen jaren vastgelegd in sedimenten en gesteenten.
Door menselijke activiteiten raakt de koolstofbalans verstoord. Het verbranden van fossiele brandstoffen en ontbossing brengen oude koolstofvoorraden weer in de atmosfeer, wat bijdraagt aan klimaatverandering. De koolstofkringloop is daarom een belangrijk proces om te begrijpen bij het streven naar een duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen.