R-ladder

In de context van duurzaamheid verwijst de R-ladder naar een hiërarchisch model dat helpt om circulaire economie en duurzaam grondstoffengebruik te bevorderen.

Dit model bestaat uit verschillende strategieën die variëren van de meest duurzame (hoogste trede) tot de minst duurzame (laagste trede). De R-ladder wordt vaak gebruikt binnen de circulaire economie om verspilling te minimaliseren en hergebruik te maximaliseren.

De verschillende R-strategieën 

De R-ladder bestaat uit meerdere "R's", waarvan het aantal kan variëren tussen 3 en 10, afhankelijk van de bron. De meest voorkomende indeling is de R-ladder met 10 treden

  1. Refuse (Weigeren) – Voorkomen van onnodig gebruik van grondstoffen, zoals geen plastic tasjes aannemen. 
  2. Rethink (Hernieuw denken) – Producten efficiënter gebruiken, bijvoorbeeld door ze te delen (zoals autodelen). 
  3. Reduce (Verminderen) – Minder grondstoffen gebruiken bij productie en consumptie. 
  4. Reuse (Hergebruiken) – Producten opnieuw gebruiken zonder (grote) bewerking, zoals tweedehands kleding. 
  5. Repair (Repareren) – Defecte producten herstellen in plaats van ze weg te gooien. 
  6. Refurbish (Opknappen) – Producten een opfrisbeurt geven, bijvoorbeeld gereviseerde elektronica. 
  7. Remanufacture (Hergenereren) – Onderdelen van oude producten gebruiken om nieuwe producten te maken. 
  8. Repurpose (Herbestemmen) – Een product een ander doel geven dan waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was. 
  9. Recycle (Recyclen) – Materialen verwerken tot nieuwe grondstoffen (bijvoorbeeld plastic omzetten in nieuwe producten). 
  10. Recover (Energieterugwinning) – Verbranden van afval om energie op te wekken (de minst duurzame optie). 

Waarom is de R-ladder belangrijk? 

Hoe hoger een strategie op de R-ladder staat, hoe duurzamer en milieuvriendelijker het is. Het doel is om zoveel mogelijk in de bovenste stappen te blijven en pas als laatste redmiddel te recyclen of energie terug te winnen.