Straling / radiatie (warmteoverdracht)
Warmteoverdracht gebeurt op drie manieren: geleiding, convectie, straling. Voor de overzichtelijkheid behandelen we ze samen.
- Geleiding (Conductie)
- Warmte verplaatst zich door een vast materiaal zonder dat het materiaal zelf beweegt.
- Bijvoorbeeld: een lepel die warm wordt in een hete kop soep.
- Convectie
- Warmte wordt overgedragen door de beweging van een vloeistof of gas.
- Bijvoorbeeld: warme lucht die opstijgt bij een radiator.
- Straling (Radiatie)
- Warmte wordt overgedragen door elektromagnetische golven, zonder medium nodig te hebben.
- Bijvoorbeeld: de warmte van de zon die je voelt op je huid.
1. Geleiding in gebouwen
Dit gebeurt vooral via muren, vloeren en ramen.
- Warmte uit de verwarmde binnenruimte geleidt door de muren en ramen naar buiten.
- Goede isolatie (zoals glaswol of PUR-schuim) vermindert dit warmteverlies.
2. Convectie in verwarmingssystemen
Convectie speelt een grote rol in hoe warmte zich in een ruimte verspreidt.
- Radiatoren verwarmen de lucht eromheen, waardoor warme lucht opstijgt en koude lucht naar beneden zakt. Dit zorgt voor luchtcirculatie.
- Vloerverwarming verwarmt de lucht dicht bij de vloer, wat een gelijkmatigere verdeling van warmte geeft.
3. Straling in gebouwen
Stralingswarmte verwarmt direct objecten en mensen, zonder de lucht op te warmen.
- Zonlicht dat door een raam schijnt verwarmt oppervlakken in de kamer.
- Infraroodpanelen werken ook op basis van stralingswarmte en geven een comfortabele, directe warmte.
- Open haarden en kachels geven ook veel warmte af via straling.