Al gehoord van een 'energiesoepele' woning’? Als het van Pixii afhangt, wordt dit de manier waarop we in de (nabije) toekomst zullen wonen. Samen met bedrijven en binnen- en buitenlandse kenniscentra gaat Pixii nu aan de slag om de eerste energiesoepele woning in ons land te bouwen. “En die moet innovatie uitschreeuwen, net zoals de passiefwoningen. Zo’n 12 jaar geleden voor het eerst gebouwd, en nu al een nieuwbouwverplichting in het Brusselse straatbeeld”, vertelt Erwin Mlecnik, senior expert R&D bij Pixii. De toon is gezet.
Energiesoepel bouwen = meer SAMEN-leven …
Slimme meters, smart grids (slimme, communicerende stroomnetwerken), energieopslag in batterijen, warmtenetten, ventilatie met warmterecuperatie, koude- en warmteopslag (bv. in buffervaten), enzovoort. De wereld van energiezuinig wonen blijft evolueren.
Nieuwe technologieën worden steeds beter en zullen alsmaar meer hun stempel drukken op de manier waarop we bouwen en wonen. “Maar ook op de manier hoe we straten en wijken uitdenken”, gaat Mlecnik verder. “Gebouwen zullen in verbinding staan met elkaar en energie uitwisselen. En de woningen, die zullen automatisch hun eigen energievraag en -aanbod sturen. Rekeninghoudend met jou en het (binnen)klimaat. Maar ook met de beschikbare energienetten. Alles moet in perfecte eindbalans liggen. Dát is energiesoepel wonen.”
... met oog voor de toekomst ...
“Woningen die zelf hun energie kunnen regelen, in combinatie met de verbeterende technologieën, zorgen ervoor dat de energienetten minder belast worden in pieken”, gaat collega en technisch adviseur Stefan Van Loon verder. “En dat maakt een wereld van verschil. Denk maar aan de vele gascentrales die die piekbelastingen mee helpen dragen. Die zijn absoluut niet rendabel. Door energiesoepel te bouwen en wonen, draag je dus ook bij tot stabiele, slimme energienetten. En tot het verbeteren van hernieuwbare energiebronnen.”
... en voor je portefeuille
Concreet: hoe zou een energiesoepele woning er kunnen uit zien? “Je moet het zo breed mogelijk bekijken”, benadrukt Mlecnik. “Opslag in batterijen. Slimme meters die je verbruik en productie volgen. Je ventilatie en verlichting afstellen op het elektriciteitsaanbod. Je verwarmingsinstallatie laten anticiperen op het weer. Automatische huishoudtoestellen. Noem maar op.” “De slimme meter zou trouwens een eerste stap kunnen betekenen richting een aangepast elektriciteitstarief”, vervolgt Van Loon. “Op momenten van veel zonne- en windenergie zou de elektriciteitsprijs laag zijn. En omgekeerd. Stel je voor dat je huishoudtoestellen automatisch draaien op die goedkope momenten van overaanbod. Of dat bijvoorbeeld je verwarmingsinstallatie buffert, zodat je aan een voordeliger tarief je woning op temperatuur houdt.”
Wisselwerking met omgeving
“Kader dat nog eens allemaal in het concept van slimme wijken, en je weet welke richting we uit willen”, vult Mlecnik aan. “Zo kan een klein windmolen- of zonnepanelenparkje in een wijk of straat de basis vormen voor een groepje van energiesoepele woningen.”
“Omgekeerd kan bijvoorbeeld de wijkverlichting branden dankzij opgeslagen of hernieuwbare energie. En vergeet ook niet de rol van de elektrische wagen, die kan gaan dienen als batterij, om daarna mee te kunnen rijden.” “We kijken ook op grotere schaal: heel veel kantoren moeten servers installeren in hun gebouw. Dat creëert warmte, die normaal gezien verloren gaat. Leid die warmte naar woningen in de buurt. Rond zo’n model lopen trouwens momenteel al concrete tests.”
Wat is er nog nodig?
“Eerst en vooral moeten de slimme meters er komen”, benadrukt Van Loon. “Als die op de duur leiden tot flexibele tarieven, dan kan je al heel wat mensen overtuigen. Want op dit moment is er nog geen enkele financiële stimulans om die weg in te slaan.” “Maar er is meer nodig dan slimme meters”, pikt Mlecnik in. “Ook slimme thermostaten, slimme klimaatregeling (bv. automatische verluchting, daglichtregeling, zonnewering...), die allemaal op elkaar afgestemd zijn. Er is een hele internet-of-things nodig, een thuisnetwerk zeg maar.” “Én alles moet eenvoudig, slim en begrijpelijk zijn voor de inwonenden. Het moet zo geautomatiseerd mogelijk. Studies wezen al uit dat het anders gewoon niet werkt. Het ideale scenario is dat de bewoner niets hoeft in te stellen of te wijzigen. Hij ontvangt gewoon een simpele factuur met daarop: Uw energiebalans is 0 voor deze maand.”
“Maar beginnen moeten we doen met de nodige kennis te verzamelen. En bedrijven in de sector te motiveren om mee in te stappen. Veel bedrijven waren namelijk nog niet bekend met het concept, of ze hebben weinig middelen en tijd voor onderzoek. Daarom dat we hen met dit project op de juiste weg willen zetten”, besluit hij.
Wanneer zien we de eerste energiesoepele woning opduiken?
Mlecnik is dan ook ambitieus met het oog op de eerste versie van de energiesoepele woning in ons land. “We hopen de eerste voorbeeldprojecten al in 2016 te realiseren. En dan groeien, zoals dat het geval was met de passiefwoningen. In het eerste jaar realiseerden we drie voorbeeldprojecten, en kijk waar we nu staan.” Stefan Van Loon beaamt: “Beleidsmensen en particulieren moeten zo’n voorbeeldproject met eigen ogen kunnen zien. Dit helpt misschien ook om energiedoelstellingen op lange termijn te gaan bepalen. Niet alleen tot 2021 (tegen dan is een E-peil van 30 voor nieuwbouw verplicht), maar tot 2040 en zelfs 2050. We moeten dringend meer vooruit leren kijken. We hopen dan ook dat energiesoepel wonen dit mee teweeg kan brengen. Want uiteindelijk wint iedereen hierbij.”
Auteur: Gerry Klompers
Bron: Livios.be, dé informatiewebsite voor bouwers en verbouwers