Wil je je energierekening drastisch doen dalen en niet inboeten op levenscomfort? Dan is het evident dat je kiest voor een uiterst energie-efficiënte woning. Dit doe je best door eerst en vooral de energievraag van het gebouw sterk terug te dringen met een performante gebouwschil. De nog kleine overblijvende energievraag wordt vervolgens bij voorkeurd ingevuld door hernieuwbare energiesystemen Maar hoe realistisch is dit? Het is immers niet altijd eenvoudig om een goede keuze te maken qua installatietechnieken.
Warmtedistributie
Net zoals de gebouwschil is ook het warmtedisitributie- en afgitesysteem niet altijd even eenvoudig en flexibel aanpasbaar. Denk dan vooral aan alle leidingen die in de vloeren en muren verborgen zitten. Daarom kies je best meteen voor lage temperatuurafgiftesystemen (muurverwarming, vloerverwarming, overgedimensioneerde radiatoren/convectoren) die steeds een gunstig effect hebben op de efficiëntie van de warmteproductie.
Warmteproductie
Warmteproductietoestellen hebben over het algemeen een minder lange levensduur waardoor ze op een later moment meestal nog relatief eenvoudig door een efficiënter exemplaar vervangen kunnen worden.
Energiezuinige woningen hebben door de band genomen slechts een vermogen nodig dat maximaal 30 W per m² geconditioneerde vloeroppervlakte bedraagt. Bij de betere variant, passiefhuizen, kan dit zelfs teruggedrongen worden tot ca. 10 à 15W/m². Een passiefhuis met een gemiddelde grootte kan je bij wijze van spreken dan ook verwarmen met het vermogen van een strijkijzer. Gebruik de hierboven staande vermogens echter nooit voor de dimensionering van je installatie. Vraag je installateur altijd een dimensioneringsberekening te maken en voor te leggen; zowel per ruimte als voor het geheel.
Naast verwarming heb je uiteraard ook nog sanitair warm water nodig. Ook hier kan de vraag op allerlei manieren beperkt worden. Ooit de installatie van een douchewarmtewisselaar overwogen? Toch zal de energiebehoefte voor de productie van sanitair warm water, afhankelijk van het gebruikersgedrag, al snel de helft of meer van de totale warmtevraag innemen. Dit inzicht is enorm belangrijk aangezien bijna alle warmteproductiesystemen een verschillend rendement hebben voor de productie van verwarmingswater en sanitair warm water. Bevraag je leveranciers en fabrikanten dus steeds over beide productierendementen!
Een ander inzicht is verbonden met het financiële aspect. Vermits de energiebehoefte voor verwarming 4 tot 10 keer lager is dan bij een traditionele woning, zal je de meerinvestering voor systemen met een hoger rendement minder snel terugverdienen. Vergelijk het met een auto: iemand die slechts 5000 km per jaar aflegt, zal de meerprijs van een efficiëntere auto veel trager terugverdienen dan iemand die100.000 km aflegt per jaar.
Op weg naar energieneutraal of plusenergie
De combinatie van performante gebouwschil en gebruik van hernieuwbare energie opent de weg naar nulenergie, energieneutraal en/of plusenergie bouwen, en is de perfecte invulling van de Trias Energetica. Vandaag wordt er in de Vlaamse E-peil-benadering echter geen rekening gehouden met het onderscheid tussen het productie- en consumptiepatroon van een gebouw. Hierdoor kunnen heel wat misvattingen ontstaan.
Als voorbeeld nemen we twee E0-woningen waarbij de energieproductie afkomstig is van een PV-installatie. Woning 1 verbruikt jaarlijks 6000kWh via een direct elektrische verwarming voor de productie van sanitair warm water en ruimteverwarming en produceert ook 6000kWh. De warmtepompinstallatie van woning 2 verbruikt slechts 2000kWh elektriciteit en heeft in dit specifieke geval een 3 maal kleinere PV-installatie die ook 2000kWh produceert op jaarbasis. Hoewel beide woningen een E-peil hebben van 0, is er wel degelijk een groot verschil tussen beide woningen. Ze gebruiken beide het elektriciteitsnet als buffer, aangezien ze vooral energie produceren in de zomer en energie consumeren in de winter. Maar woning 1 gebruikt het net dus veel intensiever dan woning 2.
Wil je op jaarbasis evenveel energie produceren als consumeren dan kan men grosso modo uitgaan van volgende ruwe richtlijn:
- passiefhuis met efficiënte installaties en apparaten heeft ca. 0,25 m² goed opgestelde PV-panelen nodig per m² netto geconditioneerde vloeroppervlakte.
- passiefhuis zonder efficiënte installaties heeft ca. 0,5m² goed opgestelde PV-panelen nodig per m² netto geconditioneerde vloeroppervlakte.
Besluit
De meeste mensen vragen zich steeds af wat de “beste oplossing” is. Principieel kan men daar moeilijk een antwoord op geven aangezien iedereen andere waarden en normen hanteert met betrekking tot de ecologische, economische en technische parameters. Het lijkt ons vooral aangewezen dat je kiest voor oplossingen die afhankelijk van je budget technisch voldoende flexibiliteit geven om je langetermijnvisie op een kostenefficiënte manier te realiseren. Meer informatie over de verschillende systeemeigenschappen van 39 combinatiemogelijkheden inclusief biomassasystemen vind je op www.beterventileren.be.