Eerste rapport proefproject passiefscholen positief

16 sep 2016 - 16:16

Met de oplevering van de eerste acht scholen uit het proefproject passiefscholen publiceerde AGION, het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, het eerste tussentijds rapport. De resultaten zijn zeer bemoedigend: alle scholen haalden de ambitieuze criteria, de deelnemers aan het project zijn tevreden en het prijskaartje ligt niet noodzakelijk duurder. Grootste uitdaging blijkt het zomercomfort: het voorkomen van oververhitting verdient duidelijk meer aandacht bij het ontwerp.

Het proefproject passiefscholen werd onder toenmalig minister Vandenbroucke gelanceerd in 2007. Met het project wil de Vlaamse overheid scholen sensibiliseren voor energiezuinig bouwen en onderzoeken in hoeverre passiefbouw toepasbaar is op schoolinfrastructuur. Een 20-tal scholen werd zo geselecteerd om passief te bouwen. Passiefhuis-Platform vzw (het huidige Pixii) stond mee aan de wieg van dit project. Pixii ontwikkelde ism KUL en VUB de rekentechnische randvoorwaarden en werd later aangesteld als onafhankelijke partij die instond voor de trajectbegeleiding, het afleveren van een certificaat en controle na ingebruikname.  Tijdens de TB gaf Pixii vrijblijvend advies en wees ze meerdere malen op belangrijke aandachtspunten die daarna al dan niet gevolgd werden door het bouwteam. 

AGION publiceerde nu het eerste tussentijdse rapport, gebaseerd op de beschikbare data tot en met 31 augustus 2015. De gegevens hebben betrekking op de eerste acht passiefscholen in Bilzen, Bochelt, Etterbeek, Heusden-Zolder, Kalmthout, Londerzeel, Wuustwezel en Zwevegem. De inhoud van de rapportering is dus nog niet afgerond en verdere analyses en metingen rond energiegebruik dienen nog te gebeuren tot en met twee jaar na ingebruikname. Niettemin is het rapport al zeer interessant en getuigt het van de positieve impact van het proefproject passiefscholen.

We overlopen de markantste resultaten uit het rapport:

 

Het behaalde ambitieniveau

Alle acht projecten werden bekroond met een ‘passiefschool’-certificaat. Dit betekent dat ze voldoen aan de decretaal vastgelegde criteria. Alle projecten behalen de gevraagde netto-energiebehoefte voor verwarming en koeling (beide <= 15 kWh/m2 .jaar). Op het vlak van luchtdichtheid scoren enkele scholen zelfs zeer goede resultaten, tot een luchtdichtheid van (n50-waarde) <= 0,2 h-1. Ook het gewenste E-peil (<= E55) werd door alle scholen vlot gehaald.

Resultaten van de gecertificeerde projecten:

 

Niet noodzakelijk duurder

De gemiddelde meerprijs voor van de opgeleverde passiefscholen bedraagt 12% ten opzichte van de normale bouwkost. Dit komt ruim onder de begrootte 21% uit. AGION ziet duidelijk marge voor verbetering. Dat blijkt uit voorbeelden uit het buitenland, maar ook uit één van de proefscholen in Vlaanderen: een project dat zeer goed scoort op energiezuinigheid, comfort, duurzaamheid en breed gebruik zonder in te boeten aan de kwaliteit van de architectuur. De passiefschool was uiteindelijk slechts 1% duurder in bouwkost dan gangbaar.

 

Terugverdientermijn

Momenteel is het nog te vroeg om uitspraken te doen over de terugverdientermijnen. Maar er wordt aangenomen dat de meerkost van 12% op 15 jaar tijd kan worden terugverdiend. Ook voor de inrichtende macht van de scholen is de investering relatief snel terugverdiend. De terugverdientijd voor de eigen inbreng in het project varieert tussen de 5 en de 7 jaar. Directies geven zelfs aan nu al een positief effect te ervaren. 

AGION beoordeelde de investeringen ook op de netto contante waarde. Die houdt rekening met de tijdswaarde van geld en berekent het verschil tussen alle inkomsten die gerelateerd zijn aan de investering in passief maatregelen en alle hieraan gekoppelde uitgaven. Een investering wordt als zinvol beschouwd bij een positieve netto contante waarde. Men becijferde in dit geval een netto contante waarde van 338.762 euro voor een school van 2.000 m²  en 1.016.285 euro voor een school van 6.000 m².

 

Ventilatie

Elke school in het proefproject past volledige mechanische ventilatie toe. Hierdoor kan een veel betere luchtkwaliteit worden bereikt in vergelijking met bestaande scholen of nieuwbouwscholen zonder een systeem D. AGION acht op basis van het proefproject dat mechanische ventilatie voor veel scholen een haalbare technologische transitie is. Ondersteuning en goede begeleiding mag echter niet ontbreken.

 

Zomercomfort grootste uitdaging

Net als bij gewoner schoolgebouwen blijkt het zomercomfort in de passiefscholen een belangrijk aandachtspunt te zijn. De kans op oververhitting in de zomer is groot als er tijdens de ontwerpfase niet voldoende aandacht aan wordt besteed. De garantie op zomercomfort is normaal een basiscriteria van passiefbouw, maar werd jammer genoeg niet opgenomen als basiseis in de decretaal vastgelegde criteria voor de passiefscholen. Passiefhuis-Platform (het huidige Pixii) wees er in haar studieopdracht rond het uitwerken van de randvoorwaarden voor de passiefscholen expliciet op dat dit altijd gecontroleerd moet worden en formuleerde ook (niet bindende) voorwaarden in die zin. AGION beveelt in haar rapport expliciet aan deze aanbeveling op te nemen als eis voor nieuwe, energiezuinige scholen.

 

Meerwaarde van passief

Deelnemers aan het proefproject passiefscholen zijn tevreden over passiefbouw en ze bevelen de bouw van een passiefschool aan. De passiefschool wordt ervaren als een meer kwalitatieve leeromgeving, energiezuinig en comfortabel.

De passiefhuisstandaard biedt volgens AGION een efficiënte en economisch waardevolle oplossing die op een effectieve manier kan gecombineerd worden met hernieuwbare energie. Dit laatste is een vereiste voor bijna-energieneutraal bouwen. De meerwaarde van het bouwen volgens de passiefbouwstandaard vertaalt zich dus ook in het kunnen realiseren van de Europese richtlijn om bijna-energieneutraal te bouwen vanaf 2021.

 

Meerwaarde van het project: horizon 2021

Het voorloperstraject blijkt volgens AGION geen overbodige luxe. Tegen 2021 moeten alle nieuwe gebouwen in Europa bijna-energieneutraal zijn. Momenteel zien we dat het BEN-voorloperstraject voornamelijk gericht is op woningbouw. Met het Pilootproject Passiefscholen is de transitie naar het bouwen van zeer energiezuinige  scholen gestart. De meerderheid van de bouwteams ervaarde het project in elk geval als zéér nuttig. Proefprojecten als deze zorgen er juist voor dat bouwprofessionals kennis kunnen opbouwen.

Ook Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits is duidelijk tevreden: “Het proefproject rond de passiefscholen speelt een duidelijke rol in de overgang naar energiezuinig en duurzaam bouwen. Deze eerste resultaten zijn positief en kunnen als basis dienen voor het verdere beleid inzake energiezuinigheid en duurzaamheid in scholenbouw. Het helpt heel wat vooroordelen en taboes uit de wereld. Met dit proefproject is de overgang naar het bouwen van zeer energiezuinige scholen goed gestart, maar de weg is nog lang. De lessen uit dit proefproject zijn in die zin niet alleen van toepassing op passiefscholen, maar ook nuttig voor elke school die vandaag duurzaam wenst te (ver)bouwen.”

 

>> Download het volledige rapport en de samenvatting