De doelstelling om de Vlaamse broeikasgasemissies in de niet-ETS-sectoren tussen 2005 en 2030 met 35% te verminderen is bijzonder ambitieus. Het zal de bouwlust van een bever vergen – en vooral vele miljarden – om de gebouwen in Vlaanderen zodanig te verbouwen en te vernieuwen dat hun uitstoot met de beoogde 23% kan verminderen tegen 2030 ten opzichte van nu. Ook nadien zijn grote inspanningen in de gebouwensector nodig om tegen 2050 de 85%-reductiedoelstelling te realiseren.
ONTDEK DE STUDIEDAG 100.000 RENOVATIES op 5 maart >>>
De investeringsritmes in gebouwen en ook in andere infrastructuur, moeten dringend en drastisch opgekrikt worden, gemiddeld met een factor 2 tot 3, soms zelfs met een factor 7. Hiervoor moeten er voldoende arbeidskrachten vrijgemaakt worden vooral in de bouwsector. De vraag is welke rol opleiding en vorming en de inzet van buitenlandse arbeidskrachten hierin zullen spelen, evenals innovaties die de arbeidsintensiteit van renovaties kunnen verminderen.
Financiële stromen moeten grondig verschuiven om de nodige investeringen te kunnen financieren en om ondertussen de overheidsfinanciën gezond te houden zonder kosten door te schuiven naar de toekomst. Innovatie en collectieve projecten zijn nodig om de kosten van de verbouwingsoperatie te beperken, evenals een efficiënter beheer van de infrastructuur. Een geïntegreerde infrastructuurplanning moet infrastructuurprojecten in diverse domeinen en sectoren in elkaar schuiven in een overdacht ruimtelijk kader.
Een cruciale uitdaging is de woningrenovatie bij kwetsbare gezinnen die dat zelf niet kunnen betalen. Renovaties bij die kwetsbare groepen verdienen voorrang gezien hun belang voor armoedebestrijding en de oplossing van de gebrekkige woonkwaliteit. Publieke middelen zullen nodig zijn om deze investeringen deels te financieren. De mogelijkheden van alternatieve financieringsmechanismen zijn beperkt omdat heel wat renovatie-investeringen zichzelf niet binnen een redelijke termijn terugverdienen via de energiefactuur, hetgeen nog versterkt wordt door reboundeffecten en het risicoprofiel van de doelgroep.
De grote verbouwing van Vlaanderen biedt gigantische maatschappelijke opportuniteiten: betere woonkwaliteit, leefomgeving, mobiliteit, armoedebestrijding, economische activiteiten en werkgelegenheid. Inhaken op deze opportuniteiten is nodig met ontzorging, comfort, een aanpak op maat, voorbeelden die strekken en alternatieven die aantrekken. Zo kan de grote verbouwing een sterke positieve dynamiek krijgen die actoren meer goesting, ruimte en steun biedt.
Bio spreker
Annemie Bollen is adviseur klimaat- en energiebeleid voor de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). De SERV adviseert de Vlaamse regering en het Vlaamse parlement en vormt hét advies- en overlegorgaan waarin de Vlaamse werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties elkaar ontmoeten. De SERV hecht veel belang aan de energie- en klimaattransitie en publiceerde de afgelopen 20 jaar talrijke adviezen en rapporten over het thema.
Voorheen was Annemie Bollen energie-adviseur voor de Vlaamse minister van Energie en economisch expert voor het adviesbureau Technum, nu Tractebel. Ze is een economist, met een academische achtergrond in milieuwetenschappen en sociale wetenschappen.