Een goede energiezuinige woning garandeert niet alleen in de winter een comfortabele leefomgeving, maar ook ‘s zomers. In de zomer is het vooral zaak om overdag de warmte zoveel mogelijk buiten te houden, en ’s nachts, wanneer de buitentemperatuur weer onder de binnentemperatuur daalt, het opgewarmde huis terug te laten afkoelen. Een goed ontworpen energiezuinige of passieve woning gebruikt een aantal strategieën om oververhitting tegen te gaan en biedt dus garantie op een goed zomercomfort.
Verschillende factoren spelen een belangrijke rol. Allereerst hou je overdag best ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten om zo de warme lucht buiten te houden. De grote isolatiepakketten zorgen ervoor dat er overdag door de wanden en daken niet teveel warmte komt. Een dikke isolatie heeft dus ook ’s zomers zijn nut. Een goede luchtdichtheid beperkt bovendien de ongewenste indringing van warmte door kieren en spleten.
Kies je voor een ventilatiesysteem D met warmtewisselaar dan zal deze de inkomende warme buitenlucht licht afkoelen met de afgevoerde frissere lucht van binnen. Heb je daarenboven nog een bodem-/aardwarmtewisselaar, dan kan de verse toevoerlucht nog verder afgekoeld worden.
Van veel grotere invloed is de hoeveelheid inkomende warmte die binnenkomt via de beglaasde oppervlakken in gevels en daken. De oriëntatie en de grootte van het raampartijen speelt hierin mee, alsook het type beglazing dat werd toegepast. Zonwerende beglazing is in de meeste gevallen geen goede optie omdat dit enerzijds ook de gratis zonnewarmte in de winter vermindert en anderzijds blijkt dat dit ook niet altijd voldoende effectief is. Je moet er dus vooral op toezien dat er niet teveel zon op het glas invalt. Externe beschaduwing (bvb. andere gebouwen, bomen etc.) of beschaduwingselementen van de woning zelf (een dakoversteek, zonwering) kunnen hiervoor zorgen.
Hoewel er op deze manier heel wat warmte tegengehouden wordt, is het onmogelijk het indringen van warmte volledig te blokkeren. Als je woning opgebouwd is uit materialen met een zekere massa (het huis heeft dan een hoge inertie), kan de binnengedrongen warmte opgeslagen worden in de wanden, vloeren en daken van de woning. Een hoge inertie is evenwel niet voldoende. Op een bepaald moment is de massa van de woning verzadigd. Het is bijgevolg nodig ’s nachts (wanneer het buiten terug koeler is dan binnen) ramen te openen zodat alle binnengedrongen en in de woning opgeslagen warmte terug afgevoerd wordt en de woning afgekoeld wordt. ’s Morgens, wanneer de temperatuur buiten opnieuw oploopt, sluit je dan alle ramen en kan je weer met een propere lei beginnen.